Tien Kleine Negertjes
​
Toneelgezelschap Jan Nooij
​
​
Nederlands Volkstoneel
Onder zakelijke en artistieke leiding van Marty Hinrichs was Het Nederlands Volkstoneel
(voorheen Nooy's Volkstheater) sinds 2001 onderdeel van Novo Theaterproducties.
​
​
Hieronder een overzicht van voorgaande producties van
Nooy's Volkstheater en het Nederlands Volkstoneel:
Amsterdams volkstoneel
Amsterdams Volkstoneel is de naam van een toneelgezelschap dat zich toelegde op
het spelen van toegankelijke toneelstukken, die doorgaans gezet waren in volkse milieu.
Het gezelschap kreeg deze naam, nadat Beppie Nooy de artistieke en zakelijke leiding in 1953
had overgenomen van haar vader Jan Nooij, die al sinds 1915 de directie voerde over verscheidene toneelgezelschappen onder diverse andere namen, waaronder het Amsterdamsch Tooneelgezelschap
en later het Toneelgezelschap Jan Nooij.
​
Hieronder een overzicht van premièredatums van producties van het Amsterdams Volkstoneel,
onder leiding van Beppie Nooy:
​
​
​
​
​
Op 30 juli 1979, vlak voor de repetitieperiode van
Potasch & Perlemoer Hofleveranciers, overleed Beppie Nooy.
Het bestuur van het Amsterdams Volkstoneel benoemde een nieuwe artistiek leider.
De zonen van Beppie Nooy, Ger Hinrichs, Marty Hinrichs en Dick Nooy
konden zich niet vinden in de benoeming en het geplande repertoire.
Zij richtten een nieuw gezelschap op onder de naam Nooy's Volkstheater.
Het Amsterdams Volkstoneel ging al na enkele seizoenen ter ziele.
​
​
​
Overzicht van premièredatums van producties (niet volledig) onder de naam Amsterdams Volks (toneel)
en onder de naam Toneelgezelschap Jan Nooij,
onder leiding van Jan Nooij:
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Amsterdams (volks) toneel / Toneelgezelschap Jan Nooij
In 1953, enkele minuten voor de première van de voorstelling “Onder één dak”, kreeg Jan Nooij
(sinds 1921 directeur van Gezelschap Jan Nooij) een hartaanval; inderhaast nam een ander zijn rol over. De voorstelling ging gewoon door maar Jan Nooij heeft daarna nooit meer kunnen werken.
Zijn dochter Beppie Nooy nam na afloop van het tournee bij Toon Hermans, waar zij op dat moment geëngageerd was, de leiding van haar vader over. De eerste jaren beperkte zij zich tot zogenaamde ‘uitkopen’, de basis waarop het Gezelschap Jan Nooij werkte, voorstellingen die geheel en al betaald worden door de opdrachtgever.
Van het geld dat zij daarmee verdiende legde zij telkens iets opzij, totdat zij in 1956 het risico aandurfde
om voor eigen rekening te gaan optreden.
Ze wilde het volkstoneel brengen, zoals het zestig jaar geleden bij ons gespeeld werd.
Zij koos daarvoor ‘De Voddenraper van Parijs’, een echte draak uit het ouderwetse Franse repertoire.
Het Amsterdams Volkstoneel was geboren.